Gezinshuisouder worden. Waarom?

In Jeugddorp De Glind vinden kinderen in de knel een veilig thuis. Gezinshuisouders én de dorpsgemeenschap ontfermen zich over in totaal 120 kinderen die uithuisgeplaatst zijn. De kinderen wonen in 28 gezinshuizen die verspreid staan over het dorp. Wim en Diane Verwoerd zijn in het voorjaar van 2019 een gezinshuis gestart in dit gewone, maar toch ook bijzondere dorp. We volgen ze de komende tijd. In het eerste deel van deze serie horen we van ze hoe de keus voor de opvang van kwetsbare kinderen tot stand kwam.

"Ik wil graag meer voor anderen doen, ik wil meer in de natuur zijn, meer buiten zijn, meer doen in de kerk, meer thuis zijn". Wim Verwoerd
Gezinshuisouder met kinderen aan tafel

Waarom wordt je gezinshuisouder?

Wim en Diane Verwoerd hadden het prima. Een fijn gezin, allebei een leuke baan. Toch is iets in hen naar buiten gericht; altijd al. Gericht op anderen die hulp of zorg nodig hebben. En als je daar ruimte voor hebt in je hart en in je leven, dan komt het ook op je pad. Niet verwonderlijk dus dat in hun huis plek kwam voor kinderen. Zo’n 12 jaar geleden in de vorm van pleegkinderen. En vanaf begin 2019 als volledig bestaan; het echtpaar heeft een gezinshuis in Jeugddorp De Glind waar ze voor kinderen zorgen met ingewikkeld gedrag, vaak veroorzaakt door een traumatische jeugd.

Inmiddels bestaat het gezin uit 7 personen; Wim en Diane, hun volwassen pleegdochter en 4 kinderen in de leeftijd van 5 tot 14 jaar die om uiteenlopende redenen niet bij hun biologische ouders kunnen opgroeien. Jorith, de volwassen dochter van Wim en Diane werkt ook mee in het gezinshuis. En verder komen de kleinkinderen over de vloer. Precies zoals dominee Rudolph, de grondlegger van de Rudolphstichting, het ooit bedacht heeft. Een hele familiestructuur om een kind heen. Een omgeving waarin een kind mag voelen en weten: ik hoor erbij en ik doe mee. Belangrijk voor het zelfvertrouwen, het bestaansrecht en het wezen van ieder mens, gevormd in je jeugd.

Het roer nog 12 jaar om

Wim vertelt hoe het gezinshuiswerk op zijn hart kwam: “Ik werkte als leidinggevende in een groot vleesbedrijf met allemaal mensen uit verschillende culturen en achtergronden. Al een heel aantal jaren doe je dan ook aan ‘social work’. Bij een commercieel bedrijf gaat het over geld, over groter en meer. Heel leuk en interessant. Toch ging het denkproces van start. Wil ik dit werk nog 12 jaar doen? Ik wil graag meer voor anderen doen, ik wil meer in de natuur zijn, meer buiten zijn, meer doen in de kerk, meer thuis zijn.”

Het echtpaar maakte vervolgens een periode door van veel ziekte en overlijden in de familie. Het zette hen stil bij de zin van het leven en het nut van het bestaan. “Zullen we…” zeiden ze tegen elkaar. Zullen we het roer omgooien en nog zo’n 12 jaar wat anders gaan doen. Nog meer gaan doen met die roeping en die wens om er te zijn voor kinderen en jongeren die zorg, aandacht en hulp nodig hebben.

Diane vertelt: “We zijn al langer vertrouwd met het opvangen van kinderen. Twaalf jaar geleden begonnen wij met pleegzorg. Ook waren we steungezin; in het weekend kwam een jongetje bij ons die in een gezinshuis in De Glind woont. Zo kwam er een linkje naar het Jeugddorp.
Een van die momenten in het traject naar die volmondige ja; ‘ja wij gaan samen een gezinshuis beginnen’, was de verjaardag van een van de weekend-logeerkinderen. Weer even in het dorp zijn, de omgeving zien en ervaren dat dit wel een heerlijke plek voor kinderen is!
Het balletje ging rollen en God opende deuren. En toen het nieuwbouwproject van gezinshuizen van de Rudolphstichting erbij kwam was het plaatje compleet.

Wat biedt je kinderen

Wim: “Wat wij uit ervaring weten, is dat kinderen het liefst zo gewoon mogelijk willen zijn. En eigenlijk willen ze ook wel heel erg graag weer terug naar huis. We horen dat ze het aan elkaar vragen in de speeltuin: “wanneer ga jij terug naar je vader en je moeder.” Terwijl dat bij sommige kinderen in De Glind niet in de mogelijkheden ligt. Dat is natuurlijk best een spanningsveld.”

“Vanaf mei zijn hier met kleine tussenpozen 4 kinderen komen wonen. Wat je doet als gezinshuisouder, is eerst zorgen dat ze kunnen leven. Het gewone, basale. Een knuffel als ze de deur uitgaan. Zorgen dat er spullen zijn die mee moeten in de schooltas. Een schoon bed en een frisse kamer. Drie keer per dag eten, verzorging en structuur.
En vooral dat betrouwbare, dat moet je heel precies volhouden. Voor twee van onze kinderen is dat vanwege hun hechtingsproblematiek superbelangrijk. Dus als ze in de zomervakantie tot half negen buiten mochten spelen, dan kwam het echt op de minuut. Dat geeft houvast voor een kind, een veilig gevoel. Belangrijk als er tot op heden zoveel engs en onbetrouwbaars was in hun jonge leven. In de vorm van agressie, mishandeling en misbruik.”
“Hierbij is belangrijk dat wij als opvangouders heel goed afstemmen dat we hetzelfde doen. Hiervoor ruimen we bespreektijd in. Maar soms sturen we elkaar ook een appje, ook al zijn we allebei in de woonkamer. Even snel samen richting bepalen in hoe we reageren op het gedrag van een kind.”

Nabijheid en naastenliefde

Diane: “De kinderen die bij ons wonen zoeken de nabijheid en weten hier tegelijk niet goed mee op te gaan. De nabijheid die ze kenden was vaak wreed. Belangrijk is de kinderen zelf te laten komen. We willen het ze geven als ze het willen ontvangen. Wij bieden ze daarom vaak de keuze: wil je een knuffel, een kus of een high five? Het kind geeft aan waar hij of zij behoefte aan heeft en daar sluit je bij aan.”

Wim: “En als het gaat om mijn eigen gevoelens: liefde voor deze kinderen is er absoluut. Maar je merkt dat je elkaar nog minder goed en minder lang kent. Je eigen, biologische kinderen zijn helemaal diepgeworteld in je, zijn helemaal met je vergroeid. Dus de wortels en de verankering is anders, maar de warmte die ik voel is gelijk.” En naarmate de tijd verstrijkt, je je kinderen steeds meer leert kennen, laten ze ook steeds meer van zichzelf zien.
“Wij zijn gewoon mensen-mensen. We willen graag zinvol leven. Ook vanuit een christelijke drive: wat is mooier dan de liefde van God door te geven. En dan niet als een evangelisatieproject, dan moet je wat anders doen dan een gezinshuis beginnen. Maar wel vanuit omzien naar elkaar en je ontfermen over de ander. Op die manier kunnen wij het verschil maken in het leven van kinderen.”

Wil je meer lezen over dit gezinshuis? Lees dan hier het tweede deel!